
Claes Heinenszoon
Heraut (14e eeuw)
|
De heraut oefende vanaf de 12e eeuw functies uit
met betrekking tot:
- de oorlog (oorlogs- en vredeverklaring en maanbrieven overbrengen),
- steekspelen (signaal tot de strijd geven),
- ridderschap (onderzoek van de titels en adellijke rechten
van ridders),
- heraldiek (opstellen van wapenschilden en genealogie)
Pas na zeven jaar assistent (persevant) werd men heraut om dan ooit
als hoofd van een groep herauten wapenkoning te worden.
Vanaf de 14e eeuw behoorden de herauten tot de vaste kern van vorstelijke
hoven.
Aan het einde van de 18e eeuw verdwenen de herauten.
Mogelijk als gevolg hiervan ontstond het begrip Heraldiek.
Alleen in Engeland en bij kroningsplechtigheden in Nederland en Zweden heeft
de heraut nog een functie.
|

wapenrok van een heraut
uit het
Markgraafschap Antwerpen
(17e eeuw)
|
Claes Heinenszoon,
geb. ca 1340, overl. ca 1414 legde op zeer artistieke wijze de essentiële kentekenen
van de geharnaste krijgslieden die deelnamen aan bepaalde veldtochten of
toernooien vast in verzamelboeken.
Hij was vanaf ca 1369 met de ambtstitel "Gelre" in dienst van Jean
de Chattilon, graaf van Blois en tijdelijk hertog van Gelre tot 1374.
Sinds 1390 was hij met de ambtstitel "Beyeren" in dienst van
Albrecht van Beieren, sinds 1390 graaf Willem VI van Holland.
Ook werd hij benoemd tot wapenkoning door de hertog van Brabant met als
ambtstitel "Ruyers"
Hij registreerde en verzamelde omstreeks 1400 de volledige wapens van de
deelnemers aan het toernooi te Champiègne (1238), het toernooi te Bergen
(1310), de veldtocht van Albrecht van Beieren naar Kuinre in Friesland (1396)
en aan het beleg van Gorinchem (1402).
Uit 1409 is zijn 'Hollandsche cronika van den heraut' met de wapens van de
bisschoppen van Utrecht, de keizers, de graven van Holland en van veertien
bekende Nederlanders, met wapendichten.
|